Foto: archief Judith Droog

‘Wat nou als de pleuris binnenkort wél uitbreekt?’ Vroeg ik mijn leidinggevende enkele weken terug, toen de dreiging toch wel wat aannemelijker werd. Ik ben overigens werkzaam op een kinderopvang met kinderen van 0 tot 4 jaar.  

Ik doelde hiermee vooral op het financiële aspect. Ze legde me uit dat de werknemers zich geen zorgen hoefden te maken wanneer de toko gesloten zou moeten worden en dat het bedrijf verzekerd is in dergelijke gevallen. Echter zou dat dan zo’n unieke en zeldzame situatie zijn, dat ook zij nog niet wist hoe dit zich dan zou ontvouwen. Maar ach, zo’n vaart zou het allemaal toch niet lopen.

Het is echt serieus!

Nu zijn we een paar weken verder en staan we aan de vooravond van sluiten. Of tenminste, dat zou je denken. Inmiddels is ons het lachen vergaan en zien we in dat we echt met een serieuze crisis te maken hebben. Donderdag 12 maart was er crisisberaad met de hoge piefen. Dat zou duidelijkheid moeten geven, echter werd het gebied alleen maar grijzer, onduidelijker en groeide de onrust bij mij, mijn collega’s en de ouders van de kinderen.

Wat is nou de bedoeling?

Vrijdagochtend was chaos bij ons op de werkvloer. Wat was nou de bedoeling? Moesten we iedereen met een snotneus naar huis sturen? En wat deed die ene snipverkouden collega hier nu dan nog? Oh, wacht….die twee snipverkouden collega’s! Ah, zij mogen blijven…want zorgmedewerkers mogen wel met een verkoudheidje werken. Zijn wij zorgmedewerkers dan?! Moesten die verkouden collega’s, eveneens verkouden kinderen, nu dan naar huis sturen? Juist. Lekker consequent en logisch dit. Eigenlijk wel een lachertje! Zo neem je de situatie dus niet serieus en zo doen ouders dat ook niet.

Ik moest kinderen naar huis sturen

Het eerste kind dat tegen negenen zijn entree maakte, had een snottebel. Oké. Nu was het aan mij om te achterhalen en te bepalen om wat voor een snottebel dit ging. Is het troebel en wit, geel, groen of rood? Maar wacht even, ik ben toch verdorie geen arts? In mijn wereld is snot gewoon snot! Dus ja, eh…ik moest de moeder toch vriendelijk verzoeken om haar kind weer mee naar huis te nemen. Nooit eerder in mijn achtjarige loopbaan heb ik een kind naar huis gestuurd vanwege een snotneus! Moeder in de stress, want hier had ze geen rekening mee gehouden. Lastig voor te stellen na die eeuwige spoeddebatten de avond ervoor, maar goed…ze had hier gewoon echt niet bij stil gestaan. Ergens natuurlijk ook geheel logisch, want de meeste kinderen hebben het hele jaar door snottebellen in alle kleuren van de regenboog en dat is dan ook geen reden om een kind te weigeren.

Afwegen en afvinken

Kind twee kwam hoestend en proestend binnen. Ah, nee! Moest ik ook dit kind de deur wijzen? En dat terwijl moeder zijn jongere zusje net daarvoor af had geleverd had bij een van mijn verkouden collega’s. De onrust groeide. De stress werd groter. De lol in mijn werk verdween met de minuut meer. Ik was alleen nog maar klachten en verschijnselen aan het afwegen en afvinken. Het kostte me tonnen energie. Afmeldingen volgden en aan het einde van de rit hielden we nog maar een handje vol kinderen over. Bij ieder hoestje en proestje moesten we weer in de afweegmodus. Dit had niets meer met opvang van doen. Dit was gewoon overleven.

Handen schudden mag niet!

In de loop van de ochtend werd besloten dat er een groep gesloten moest worden vanwege de twee verkouden collega’s. Kinderen moesten hals over kop op worden gehaald en de kinderen waarvan de ouders niet bereikbaar waren (ja, het bestaat in deze tijden!!), die moesten noodgedwongen onder worden verdeeld over de overige groepen. Waarvan ik er ook twee op mijn groep kreeg. Toen een van de kinderen op werd gehaald en ik mijn hand (uit gewoonte, niet moedwillig) uitstak om me voor te stellen aan de moeder van het kindje van de andere groep, kreeg ik, nadat ze me de hand had geschud, een sneer dat dit niet meer mag.

Ik zal er de volgende keer aan denken…

Oh ja, daar zal ik de volgende keer als ik jouw kind verschoon, naar bed breng, zijn snottebel schoonveeg of het troost omdat het gevallen is, aan denken! De essentie van ons werk is fysiek contact! Anders kunnen we ons werk niet uitvoeren! Uiteraard zei ik dat laatste allemaal niet hardop, maar deze opmerking viel in deze context totaal verkeerd bij mij. Ja, we mogen elkaar de handen niet meer schudden, echter bij ons op de werkvloer zit deze regel er vanwege al het fysieke contact gewoon niet in. Het is niet uitvoerbaar bij ons. Ik ving haar kind op omdat de groep van dit kind werd gesloten. Ik ving haar kind op, zodat zij veilig thuis kon werken!

Is dit nog verantwoord?

Dat zet mij ook aan het denken. Want waar ben ik mee bezig? Wat doe ik daar nog in die bak vol ziektekiemen? Wat zet ik eigenlijk allemaal op het spel? Het echte antwoord weet ik niet eens, maar het voelt niet meer zo onbevangen en onbezorgd als waarmee ik mijn werk altijd deed. De ouders van de kinderen die worden gebracht, die mogen allemaal veilig thuis werken. Terwijl ik voor hun kinderen zorg en terwijl ik mijn eigen kinderen in deze onzekere tijden ook naar school breng. Ergens wringt dit enorm! Ik wil ook veilig thuis kunnen zijn. Ik voel me een gebruiksvoorwerp om de economie draaiende te houden. Welke economie als iedereen straks het loodje legt?!

Denk vooral aan de kwetsbare mensen!

Ik ben niet bang om zelf ziek te worden. Want ik ben een gezonde Hollandse dame. Ook mijn kinderen zullen het wel overleven, al zal dat zeker geen pretje zijn! Maar laten we in Godsnaam vooral rekening houden met de zwakkeren in onze samenleving! Zij gaan het niet redden als wij ons allen onaantastbaar wanen. Voor hen zijn dit hele angstige tijden. Iedereen heeft in zijn omgeving wel een dierbare die onder de kwetsbare doelgroep behoort, laten we daar secuur mee omgaan.

Lees ook:

De hoekstenen van de samenleving
This too shall pass
Lichtpuntjes in de duisternis
Net als in de film
Thuis tijdens coronacrisis (gastblog)
Corona uitbraak en werken in de kinderopvang


Op de hoogte blijven van nieuwe publicaties? Vergeet dan niet op de ‘Follow us’ button onder dit artikel te klikken!


9 Replies to “Corona uitbraak en werken in de kinderopvang”

  1. Raak! Iedereen moet rekening houden met besmettingsgevaar, tenzij……. de economie in gevaar komt.
    Het is te idioot voor woorden. Zo rij ik ook rond met mijn aquarium vol virussen en bacteriën, wachtend tot het niet meer mag.
    Ik ben geen specialist, maar het lijkt me dat er meer actie moet komen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *