Onlangs hoorde ik een liedje op de radio voorbij komen die ooit tot mijn favoriet behoorde. Het deed me weer terugvoeren naar die tijd…
‘’Dit liedje gaat gewoon over seks.’’ Zegt mijn moeder bedachtzaam als ze mij mee hoort zingen met een liedje die op dat moment mijn favoriet is. Na deze opmerking was dit niet meer mijn favoriete liedje, waarvoor ik mijn moeder vriendelijk bedankte. Uiteraard versterkt met een chagrijnig smoelwerk. Dat doe je als je zeventien bent.
Ze zocht verbinding en toenadering
‘’Het gaat over liefde…’’ Zeg ik nog geërgerd. Het liedje barst namelijk van de ‘love’ overal. Nergens in dat hele liedje is er sprake van seks, hoewel het hele liedje dit natuurlijk wel uitademt. Uiteraard weet ik ook wel beter, maar als je moeder het woord ‘’seks’’ in haar mond neemt, dan verbreekt dat meteen de magie. Ze gooit haar verkapte glimlach in de strijd en dan weet ik dat zij weet dat er een grens is bereikt. Stilte volgt en beiden vervolgen we onze weg weer. Ik op zoek naar een ander favoriet liedje en zij gaat waarschijnlijk op zoek naar een volgend liedje waar ze haar vertalingskills eens op los kan laten. Niet om mij een hak te zetten, maar het is een manier om verbinding en toenadering te zoeken. Zo weet ik nu.
Dit was een nog go!
Toen ik op een dag eens uit mijn werk kwam, zat ze me opgetogen op te wachten. Ze had mijn veel gedraagde broek ingekort, want ik rolde de pijpjes altijd op. ‘’Je hebt wat?!’’ Vroeg ik verschrikt. Ik sloeg mijn handen voor mijn gezicht en proestte uit dat het bij deze broek hoorde dat hij wat langer was, want de pijpjes dienden op te worden gerold. Dat was de mode. ‘’Oh mam, je begrijpt er ook niets van!’’ Verzuchtte ik. Dit was niet de reactie waar ze op had gehoopt. Ik wist ook wel dat ze het met de beste intenties deed, maar oeh… als ze zich ook maar iets in mij of in de mode van toen had verdiept, dan had ze geweten dat dit een no go was. Andersom had ik dat ook kunnen doen en dan had ik geweten dat dit voor haar een manier was om verbinding en toenadering te zoeken. Zo weet ik nu.
Ik ben er nog
Och als ik terug kijk op deze tijd, dan zie ik mezelf in zo’n enorme weerstand zitten. Overal reageerde ik defensief op en daardoor zag en voelde ik de verbinding van anderen om mij heen niet. Dat maakte eenzaam en hard. Het kwam door de omstandigheden waarin ik op was gegroeid en ik weet ook dat ik daar geen keuze in had. Het was mijn manier om me door die roerige tijd heen te slaan, een manier om te overleven en de veiligheid die ik had, bij mezelf te houden. Dat ik een nukkige puber was, zou hier onherroepelijk ook aan bij hebben gedragen.
Maar hej, ik ben er nog, dus het was effectief en daar ben ik dan ook heel erg dankbaar voor. Als ik er zo op terugkijk, dan is het ook intens verdrietig. Die worsteling van mijn moeder en mij. Angstvallig op zoek naar die verbinding. Geen idee hoe we hier beiden vorm aan moesten geven zonder het gevoel te hebben te verzuipen. Geen idee hoe we onze kwetsbaarheid bloot konden geven zonder beschadigd te worden.
Achteraf was het juist vertederend
Als zij te dichtbij kwam, lokte dat vrijwel meteen weerstand bij mij uit. Door die weerstand kreeg zij geen kans om dichterbij te komen en kreeg ik geen kans om dichterbij bij haar te komen. Zo triest te beseffen dat het in wezen gewoon voor het oprapen lag, maar dat de lading te zwaar was om toe te laten. Ook toen ik ouder werd bleef dit een actief systeem. Ik zie nog zo voor me hoe ze me enthousiast inlichtte over de concerttour van George Michael die aanstaande was. Ik rolde met mijn ogen, want…duh… dat wist ik natuurlijk allang! De tickets waren ook allang in de pocket en volgens mij had ik dat niet eens verteld. Iets waar ik later best spijt van had. Ik wilde het niet delen. Het was iets van mij en het voelde als een soort van inbreuk op mijn privacy ofzo. George Michael was mijn grote held. Nog steeds. Delen betekende verbinding aangaan en iets geven wat ik niet kon geven. Dat was nou juist wat zo bedreigend voor me was. Achteraf gezien was het juist zo vertederend dat ze zo blij voor me was, ze wist hoe belangrijk het voor me was.
We hadden er nu samen om moeten lachen
Nu kan ik er ook wel met een glimlach op terugkijken. Dit geldt ook voor hoe ze toen de magie bij mijn favoriete liedje onderuit haalde en hoe ze probeerde mij een plezier te doen door mijn broek wat in te nemen. We hadden nu samen over mijn tomeloze koppigheid moeten lachen. Want ik was natuurlijk ook gewoon een opstandige puber en zij een moeder die niets van die wereld begreep. Deze combinatie vraagt ook gewoon om botsingen. Net zoals dat bij iedere puberdochter en moeder het geval zou zijn. Met het ene verschil dat mijn moeder en ik er niet meer op terug kunnen blikken en wij een verleden deelden waardoor we dit niet meer konden relativeren op die momenten. Dat maakte dergelijke momenten bovenop dat boze pubergedrag, extra beladen.
Verbinden kan alleen als de balans goed is. Zo weet ik nu. Wist ik alle dingen die ik nu wist, toen ook maar. Dan had ik kunnen voelen dat delen en verbinden niet gevaarlijk is, maar juist helend en ontlastend. Dan was weerstand en afstand niet nodig geweest en zag ik dat het onderdeel was van een hardnekkig overlevingsmechanisme. Wist ik toen maar wat ik nu wist. Dan zag ik meteen dat alles wat ze deed, een poging tot toenadering was. Al was het soms ondoordacht. Wist zij maar dat iedere stap terug van mij, een uitnodiging was voor haar om haar verbinding toe te kunnen laten. Al was dat nogal ondoordacht van mij. Ze deed het niet, want ze wist het niet. We wisten het niet van elkaar en daardoor konden we niet bij elkaar op de manier die we beiden zo graag wilden. De wet van aantrekken en afstoten. Of je nu aantrekt of afstoot, uiteindelijk is de intentie hetzelfde: verbinding en toenadering. Of het nou met de ander is, of met jezelf. Al zou je dat op het eerste gezicht helemaal niet denken, omdat je er naar het schijnt, juist het tegenovergestelde mee bereikt. Dat is ook de ‘grap’ van aantrekken en afstoten. Dat heeft een functie, vaak vanuit zelfbescherming. Wisten we dat toen ook maar. We wisten het niet…
IK had afstoten nodig om met mezelf in verbinding te blijven
Als ik terugkijk op die tijd dan is het een periode van aantrekken en afstoten. Het was een wisselwerking om op een gekke manier in contact te blijven met elkaar. Zij vanuit haar diepste wens om een moeder voor mij te zijn die ze door de omstandigheden nooit heeft kunnen zijn en ik vanuit mijn referentiekader dat ik dit niet toe kon laten vanwege mijn angst dat ik weer in de steek gelaten zou worden. Vanwege de onzekerheid en de onveiligheid. Een manier voor mij om bevestiging te blijven ontvangen, zodat ik het op een dag wel toe kon laten. Het afstoten was hier een manier voor om mijn moeder te blijven uitlokken om toenadering te zoeken. Dat veroorzaakte dan weer een overkill waardoor ik weer af bleef stoten. Echter had ik dat wel nodig om die bevestiging te blijven voelen. Dat afstoten had ik toen nodig om in verbinding met mezelf te kunnen blijven. Pas als dat op orde zou zijn, kon ik de verbinding met mijn moeder aan. Nu wordt dan ook duidelijk waarom afstoten uiteindelijk kan leiden tot aantrekken. Het is nodig om in verbinding met jezelf te blijven, een belangrijke basis! Een systeem die ik nog heel lang in stand hield. Want het werkte. Zo hield ik de touwtjes in handen en kreeg mijn kwetsbaarheid geen kans om onderuit gehaald te worden.
Soms is afstoten nog steeds mijn eerste reactie
En mijn moeder bleef doen wat ze deed, hopend op een handreiking zodat haar schuldgevoel over het, in haar ogen, falende moederschap, goed te kunnen maken. Een systeem die ik nu goed herken bij mezelf maar ook bij anderen. Ik heb nog steeds de neiging om, om me heen te gaan slaan als er een gevoelige snaar bij me wordt aangeraakt. Omdat ik nu begrijp waar die neiging op is gebaseerd, kan ik vertragen en dan besluiten hoe ik hierop ga reageren of hoe ik ermee om ga. Soms ook niet hoor. Dan word ik dermate overvallen dat afstoten mijn eerste reactie is. Om me even later te realiseren dat ik weer geactiveerd werd in een oud systeem. Ook als het kwaad dan al is geschied, kan schade alsnog worden hersteld. Een fijne gedachte die me sterkt en het accepteren van dit ‘defect’ makkelijker voor mij maakt.
Het herkennen van aantrekken en afstoten maakt het voor mij makkelijker om verder te kijken dan boosheid en defensief gedrag. Ik begrijp dat boosheid niet louter boosheid is en dat helpt mij enorm in mijn moederschap. Mijn inzicht in afstoten, helpt me nu juist bij verbinding en toenadering. Ik weet dat afstoten vaak effectiever opgelost wordt met toenadering, dan reageren op het afstandelijke. Zo heb ik menig driftbui weten te doorbreken en sussen. Een knuffel kan dan zo doeltreffend zijn. Ik weet nu dat iedere stap terug voor mij een signaal is om een stap voorwaarts te doen.
Lees ook:
Mijn hardheid was mijn kwetsbaarheid – Koppverleden
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe publicaties? Volg mij dan ook op Instagram: @judithevelien